Dit stuk is geschreven naar aanleiding van mijn longembolie. Mocht je het oorspronkelijke artikel nog niet gelezen hebben, klik dan hier.

Het is een onderdeel van mij geworden en zal waarschijnlijk nooit meer weg gaan

Het is iets na half negen ‘s avonds. Terwijl ik dit schrijf, hoor ik eigenlijk te leren. Dat was ik ook aan het doen. Maar toen kwam er iets tussen. Iets wat mij wel vaker over komt. Iets wat ik niet wil dat mij meer overkomt. Iets waarvan ik liever zou willen dat het mij nooit zou overkomen. Maar toch overkomt het mij, vaak.

Over iets minder dan twee maanden is het drie jaar geleden. Drie jaar geleden dat ik mijn longembolie had. Ik weet het nog goed, alsof het mij net overkwam. En juist dat is het probleem. Het gaat niet weg. Die herinnering wil maar niet weg gaan. Ik weet niet of ik juist zou moeten willen dat het weg zou zijn, of dat ik er gewoon mee moet leren leven. Mijn enige keuze is de laatste optie.

Ik weet nog goed dat ik bij mijn maatschappelijk werkster zat, een van de eerste keren. Ik huilde en huilde die dag. Gelukkig stond er een doos met tissues voor mij. Gelukkig was zij daarvoor opgeleid. Opgeleid om naar mensen zoals ik -mensen met een heftige gebeurtenis in hun leven- te luisteren, ze te laten uithuilen en vervolgens rustig met mij een normaal gesprek aan gaat. Nouja, normaal is het gesprek niet. Het gaat natuurlijk over datgene waar je het meest bang voor bent om over te praten. Dit omdat het dan allemaal weer zo dichtbij komt. Maar, ik oog op de manier waarop ze het deed. Dat was normaal.

Sirenes in de verte. De zoveelste ambulance die door Zwolle van een incident naar de spoedeisende hulp rijdt. En ik lig daar ook in, in mijn gedachten. Ik zie geen beeld, maar ik voel het. Ik voel mijzelf verstijven van de angst. En ik voel ook dat langzaam al het bloed uit mijn lichaam trekt. Wat ik aan het doen was weet ik niet meer. Wat ik op dat moment zei weet ik ook niet meer. Wat ik wel weet is, dat het er vreemd en onbegrijpelijk uit ziet voor de ander. Want zij hebben die sirene niet bewust gehoord. Niet zoals ik die heb gehoord. En zij hebben niet gevoeld wat ik toen voelde, toen ik daadwerkelijk daarin lag. In die ambulance.

Ik heb twee keer in mijn hele leven in een ambulance gelegen. Die ene keer na/tijdens mijn longembolie. En afgelopen zomer. En toch komt het beeld van afgelopen zomer niet tevoorschijn als ik een ambulance hoor. Terwijl ik mij ieder detail van die rit heel goed herinner.

En toch komt het beeld van het ziekenhuis in Duderstadt niet tevoorschijn als ik die steriele ziekenhuisgeur ruik, omdat iemand desinfecterende middelen gebruikt. Dan komt de intensive care tevoorschijn.

In het kamertje is het warm. Mijn hoofd voel ik warm worden en ik krijg een drukkend gevoel op mijn voorhoofd en borst. Ik voel mij alweer beter. De tissues voelen zacht aan. En ik huil. “Ik weet dat het moeilijk is om dit voor te stellen, maar over een maand voel jij je al veel beter dan nu. En nu voel jij je beter dan net na jouw longembolie. Probeer je voor te stellen hoeveel beter jouw leven eruit zal zien over drie jaar!”

Wel beter, maar nog lang niet volledig. Want dit is iets wat een onderdeel van mij is geworden en waarschijnlijk nooit meer weg zal gaan.

Vond je dit interessant om te lezen?

Klik dan hier voor het vorige stuk dat ik over mijn longembolie heb geschreven. Je kunt een overzicht van alle verhalen vinden in het menu onder ‘persoonlijk — mijn verhaal’.
En vergeet niet te laten weten wat je van dit stuk vond door een comment achter te laten of mij een berichtje te sturen via social media!